
Nieuwe biomarker en therapeutisch doelwit voor MS geïdentificeerd
6 juni 2025
6 juni 2025
Onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut hebben, in samenwerking met de Universiteit van Münster (Duitsland) en de Universiteit van Turku (Finland), een nieuwe biomarker ontdekt voor ernstige multiple sclerose (MS). Deze ontdekking vergroot ons inzicht in de moleculaire processen achter progressieve MS en kan bijdragen aan een gerichtere inzet van nieuwe therapieën.
Multiple sclerose (MS) is een chronische aandoening waarbij het immuunsysteem ten onrechte het centrale zenuwstelsel aanvalt en myeline van zenuwen verwijdert. Hierdoor kunnen mensen met MS een breed scala aan neurologische symptomen ervaren, zoals problemen met lopen, spreken en zien.
Er worden momenteel nieuwe therapieën ontwikkeld die de achteruitgang bij bepaalde groepen MS-patiënten kunnen vertragen. Daarom is er grote behoefte aan biomarkers (biologische kenmerken) waarmee mensen met progressieve MS kunnen worden geïdentificeerd als geschikte kandidaten voor deze behandelingen.
Omdat het ziekteverloop bij elke patiënt anders is, onderzochten neurologen Joost Smolders (Erasmus MC/Nederlands Herseninstituut) en Luisa Klotz (Universiteit van Münster) het klinisch verloop van MS bij hersendonoren uit de Nederlandse Hersenbank. Ze identificeerden 29 donoren die snel ernstige beperkingen ontwikkelden en 33 donoren bij wie dit proces juist zeer langzaam verliep. Vervolgens onderzocht neuropatholoog Tanja Kuhlmann (Universiteit van Münster) hersenweefsel van deze donoren, met name in gebieden waar myeline was verdwenen (de zogenoemde demyeliniserende MS-laesies) om mogelijke verschillen in kaart te brengen.
“Wij ontdekten opvallende verschillen tussen de twee groepen,” legt Smolders uit. “Bij meer dan de helft van de patiënten met snelle achteruitgang zagen we MS-laesies met een opvallend brede rand van immuunactieve cellen rond de demyeliniserende gebieden, terwijl slechts één van de langzaam voortschrijdende gevallen zo’n rand vertoonde.” Na een meer gedetailleerde analyse concludeerden de onderzoekers dat deze laesies als een nieuw type kunnen worden beschouwd: ‘broad rim MS lesions’ (MS laesies met een brede rand).
Hoewel dit type laesie oorspronkelijk werd ontdekt in hersenweefsel van overleden donoren, kunnen broad rim MS lesions ook worden opgespoord bij levende MS-patiënten via specifieke PET-MRI-scans. Dit werd aangetoond door Laura Airas (Turku PET Centrum in Finland), die tevens een verband vond tussen de aanwezigheid van deze laesies en een snellere toename van beperkingen. Deze bevindingen suggereren dat deze biomarker nauwkeurigere prognoses mogelijk maakt voor mensen met progressieve MS en ondersteuning kan bieden bij het toewijzen van de meest geschikte nieuwe therapieën.
In dezelfde publicatie vonden de onderzoekers unieke moleculaire veranderingen in deze MS laesie-type, die als mogelijke aangrijpingspunten kunnen dienen om de snelle achteruitgang bij sommige patiënten af te remmen. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of er een direct verband bestaat tussen de aanwezigheid van deze laesies en het effect van nieuwe behandelingen op MS-patiënten.
Bron: Nature Medicine
De Stichting Vrienden van het Herseninstituut ondersteunt baanbrekend hersenonderzoek. U kunt ons daarbij helpen.
Steun ons werk