Zodra er licht ons oog binnenvalt begint er een proces dat er uiteindelijk voor zorgt dat we zien. Maar hoe werkt dit precies? Licht komt ons oog binnen door het hoornvlies en de lens van het oog. Samen zorgen zij er voor dat er scherp beeld van de wereld wordt getoond op het netvlies.
Net als in een camera worden beelden hierbij omgedraaid: boven wordt onder en andersom. De informatie van het netvlies wordt hierna via de oogzenuw naar de rest van het brein gestuurd. Dit gebeurd door middel van elektrische signalen. In de hersenen worden de signalen verder verwerkt en uiteindelijk worden ze omgezet naar het beeld wat wij zien.
Informatieverwerking
De eerste stap van de informatieverwerking is het maken van een vergelijking tussen de hoeveelheid licht in een klein gebied van het netvlies en de hoeveelheid licht daar direct omheen.
In de hersenen wordt deze visuele informatie door een groep zenuwcellen doorgestuurd naar de visuele hersenschors. Dit gebied ligt aan de achterkant van ons hoofd.
Wat hierna gebeurd is nog niet precies duidelijk. Wat wel bekend is, is dat elementen die bij elkaar horen door de hersenen gegroepeerd worden in een samenhangend geheel. Dit vereist dat er de hersenen onderscheid moeten kunnen maken tussen verschillende objecten onderling, maar ook tussen objecten en hun achtergrond.
Onderzoek
Resultaten uit verschillende studies maken duidelijk dat visuele signalen in tenminste drie verschillende hersensystemen worden verwerkt. Eén voor de verwerking van vormen en een andere voor de verwerking van kleur. Een derde systeem is er voor de verwerking van beweging en ruimtelijke organisatie.
Bij het Nederlands Herseninstituut wordt veel onderzoek gedaan naar visuele waarneming. Zo doen we onderzoek naar de processen in ons netvlies. Daarbij onderzoeken we hoe kan het visuele beeld efficiënt worden verwerkt en hoe het naar de hersenen wordt gestuurd.
We doen ook onderzoek naar de verdere verwerking van de informatie binnen de hersenen. Zo willen we weten hoe de hersenschors samenwerkt met andere hersengebieden tijdens het zien. Verder onderzoeken we de invloed van ontwikkeling en leren op de verbindingen tussen hersencellen in de visuele hersenschors. Want waarom worden bij een lui oog deze verbindingen niet goed gevormd?
Daarnaast willen we ook graag weten hoe de hersenen kunnen nadenken over een visueel beeld en wat de invloed is van aandacht op de verwerking van visuele informatie. Het blijkt dat visuele beelden waarvoor we aandacht hebben veel beter worden verwerkt dan beelden waarin we niet zijn geïnteresseerd.
In een aflevering van de podcast Master the Mind vertelt Pieter Roelfsema over de ontwikkeling van een prothese om blinden weer te laten zien. Luister de aflevering hier:
Deze tekst is gebaseerd op een artikel van BrainFacts.org – SfN.
Steun ons werk
De Stichting Vrienden van het Herseninstituut ondersteunt baanbrekend hersenonderzoek. U kunt ons daarbij helpen.
Steun ons werk