Goochelaars zijn niet de enigen die gebruik maken van trucjes en illusies. Ook hersenwetenschappers maken hier gebruik van om te leren hoe de waarnemingen van onze zintuigen werken. Onderzoek in dit gebied helpt wetenschappers te begrijpen hoe ons brein informatie van de zintuigen, zoals zien en voelen verwerkt.
Visuele Cortex
Illusies zijn belangrijk in onderzoek naar zintuiglijke waarneming. Met behulp van onderzoek naar illusies kunnen wetenschappers bijvoorbeeld leren welke hersengebieden betrokken zijn bij waarneming. De visuele cortex is het deel van de hersenen dat belangrijk is bij het zien. Ook kan dit onderzoek helpen te begrijpen hoe de hersenen verschillende hersencircuits gebruiken om bijvoorbeeld met behulp van zicht en tast informatie samen te stellen over de beweging van een voorwerp.
Volgens onderzoek zijn dezelfde hersengebieden in mensen en apen verantwoordelijk voor het ontstaan van illusies. Een groep wetenschappers deed metingen bij apen waarbij ze naar de elektrische signalen in de hersenen keken. Zij vonden drie gebieden van de visuele cortex die actief waren tijdens een illusie. Er wordt gedacht dat visuele informatie van meer algemene gebieden van de visuele cortex naar andere, meer complexe gebieden gaan, de zogeheten associatie gebieden. Deze laatste zijn belangrijk voor perceptie en gewaarwording.
Motion Aftereffect
Als je lang genoeg kijkt naar objecten die één richting op bewegen, lijkt het alsof stilstaande objecten de andere kant op bewegen. Een bekend voorbeeld is wanneer je lang genoeg naar het vallende water van een waterval kijkt. Als je vervolgens naar de rotsen eromheen kijkt, lijkt het net alsof de rotsen langzaam naar boven bewegen. Dit fenomeen wordt ook wel het motion aftereffect genoemd.
Recent onderzoek suggereert dat illusies die meerdere zintuigen voor de gek houden dezelfde hersencircuits gebruiken. Deelnemers aan een studie kregen beelden te zien die in één richting bewogen, tegelijkertijd voelden ze een rij trillende haartjes op hun vinger die in de tegenovergestelde richting bewogen. Verandering van de beweegrichting van de haartjes zorgde ervoor dat deelnemers stilstaande beelden ontvingen alsof ze nu ook de tegenovergestelde richting van de bewegende haartjes op bewogen. Deze studie geeft aan dat de hersenen waarschijnlijk hetzelfde systeem gebruikt om informatie over visuele beweging en tast te verwerken.
Meer Weten?
De Vision & Cognition groep, onder leiding van Pieter Roelfsema, houdt zich bezig met de hersenmechanismen van visuele perceptie.
Deze tekst is gebaseerd op een artikel van Brainfacts.org – Society for Neuroscience
Steun ons werk
De Stichting Vrienden van het Herseninstituut ondersteunt baanbrekend hersenonderzoek. U kunt ons daarbij helpen.
Steun ons werk