Steun ons werk
Decorative header background

Slapelozen verschillen in afwijkende hersenverbindingen

6 augustus 2024

Verschillende afwijkende hersenverbindingen kunnen leiden tot dezelfde kwetsbaarheid voor slapeloosheid.

We slapen allemaal wel eens een nachtje wat minder goed. Dit is geen probleem als je er af en toe last van hebt. Wanneer het echter vaker voorkomt en je langer dan drie maanden meer dan drie nachten per week last hebt van slaapproblemen, dan spreken we van slapeloosheid. Slapeloosheid, ook wel bekend als insomnie, is de meest voorkomende slaapstoornis en vormt voor ongeveer 10 procent van de bevolking een ernstig chronisch probleem. Toch blijven de onderliggende hersenmechanismen slecht begrepen. Een nieuwe studie laat zien dat we niet alle slapelozen op een hoop kunnen gooien.

Vijf groepen op basis van persoonlijkheid en stemming

In eerder onderzoek aan het Nederlands Herseninstituut ontdekte Tessa Blanken vijf typen slapelozen, met dezelfde slaapklachten maar verschillen in persoonlijkheid en stemming. Collega-onderzoeker Tom Bresser bedacht dat we hun MRI-hersenscans dan ook beter apart kunnen bekijken.  “Ik wilde weten of deze vijf typen verschillen in wáár in de hersenen witte stof afwijkt. Dat blijkt inderdaad het geval!” deelt Bresser enthousiast. “Zo zagen we dat het limbische circuit, belangrijk voor emoties, meer afwijkende verbindingen heeft bij insomnie-types die minder positieve emoties rapporteren. Bij elk type zagen we weer andere circuits met andere afwijkingen. Als we geen onderscheid hadden gemaakt en alle typen op een hoop hadden gegooid, waren de meeste aanwijzingen voor verschillende biologische kwetsbaarheden onopgemerkt gebleven.”

Figuur: Subtypes van slapeloosheid. Op basis van persoonlijkheidskenmerken en stemming zijn slapelozen onder te verdelen in vijf subtypes. MRI-scans laten zien dat deze vijf subtypes ook op verschillende plekken in het brein afwijkingen laten zien, wat wijst op verschillende biologische kwetsbaarheden.

Naar een beter begrip en behandeling van slapeloosheid

Bresser: “Dit onderzoek helpt ons beter te begrijpen welke hersencircuits betrokken zijn bij slapeloosheid.  We hopen dat deze kennis kan helpen om specifiekere behandelingen te ontwerpen. Iedereen heeft hetzelfde label ‘slapeloosheid’, maar onderliggende kwetsbaarheden in het brein kunnen dus verschillen. Bij een subtype met kwetsbaarheid in het emotionele hersencircuit, zou een behandeling zich misschien specifiek op ondersteunen van emotieverwerking kunnen richten.”

Bresser: “Deze slapelozen ontwikkelen sneller een angst- of posttraumatische stress stoornis, en komen daar slecht slapend moeilijker vanaf. We zoeken nu mensen die binnenkort in behandeling gaan voor zo’n stoornis, om te onderzoeken of beter slapen hen helpt om sneller te herstellen.”

Op een meer persoonlijk vlak hoopt Bresser dat degenen die aan slapeloosheid leiden hierdoor beter begrijpen waar het vandaan komt. “Gedurende mijn onderzoek sprak ik met een aantal mensen die het gevoel hebben dat ze niet serieus worden genomen. Horen dat ze niet gek zijn, en dat er waarneembare kwetsbaarheden in het brein zijn, kan hen een enorme opluchting bieden.”

Deelnemers gezocht: vervolgonderzoek angst- of posttraumatische stress stoornis

Slapeloosheid maakt het moeilijk te herstellen van een angst- of posttraumatische stress stoornis. Beter slapen zou de behandeling effectiever kunnen maken. Gaat u binnenkort in behandeling en wilt u deelnemen aan ons vervolgonderzoek? Meld u dan nu aan. https://slaapregister.nl/beter

Bron: Biological Psychiatry

Groep

Steun ons werk

De Stichting Vrienden van het Herseninstituut ondersteunt baanbrekend hersenonderzoek. U kunt ons daarbij helpen.

Steun ons werk